Vertaal
Vertalingen put oneself out EN>NL
to put oneself out afbeulen (ww.) ; afjakkeren (ww.) ; afsloven (ww.) ; ploeteren (ww.) ; sappelen (ww.) ; sloven (ww.) ; uitsloven (ww.) ; zich afsloven (ww.) ; zwoegen (ww.)
put oneself out uitgesloofd
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `put oneself out`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: jaded